Voogden van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen

Zoeken

Dit document is enkel zichtbaar voor leden van de VCOV.
Word nu lid
Voogden van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (kinderen en jongeren zonder ouders in België)

Sinds 1 mei 2004 bestaat in ons land een specifieke voogdij voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Deze kinderen en jongeren zijn bijzonder kwetsbaar en vatbaar voor allerhande misbruik. De Voogdijwet bepaalt dat elke NBMV die op het Belgische grondgebied verblijft een voogd toegewezen krijgt (dit kadert ook in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, 1989).

Een niet-begeleide minderjarige vreemdeling wordt gedefinieerd als een persoon die minder dan 18 jaar is, afkomstig van een land van buiten de Europese Economische Ruimte, niet vergezeld is door ouders of een wettelijk vertegenwoordiger, en die in België is binnengekomen zonder de nodige reisdocumenten of die asiel aanvraagt. De minderjarige is mogelijk wel vergezeld door een familielid bijv. grootouders, broer, oom, …

De Dienst Voogdij van de FOD Justitie is verantwoordelijk voor de voogdij over niet-begeleide minderjarigen. De dienst identificeert de minderjarigen, wijst een voogd aan, zorgt voor erkenning en opleiding van voogden en is mee verantwoordelijk voor het zoeken naar een duurzame oplossing voor de minderjarige. De meerderheid van de voogden zijn vrijwilligers (particuliere voogd). Daarnaast zijn er ook voogden die dit beroepshalve doen (Rode Kruis, Caritas).  

De voogd moet er ook voor zorgen dat de minderjarige onderwijs kan volgen (artikel 10§1). We gaan hier wat dieper in op de taken en opdrachten van de voogd m.b.t. onderwijs. 

Taken voogd m.b.t. onderwijs
  • School- en studiekeuze: de voogd informeert de jongere over school- en studiekeuze. Deze keuze gebeurt indien mogelijk in overleg met de jongere en/of de familie en/of de opvanginstelling. Soms gaat de jongere al naar school vóór er een voogd is aangesteld. Een jongere die in België terechtkomt, heeft meteen recht op onderwijs (leerplicht). School zorgt ook meteen voor structuur, sociale contacten en een zinvolle invulling van de dag.
  • Inschrijving: de voogd is verantwoordelijk voor de inschrijving van de minderjarige in een onderwijsinstelling. De inschrijving gebeurt in overleg met de minderjarige, de opvanginstelling of de familie. Idealiter is de voogd aanwezig op het moment van inschrijving. Zo kan de voogd de school ook leren kennen en andersom. Een goed onthaal is cruciaal en zorgt voor betrokkenheid.
    Ook bij schoolverandering is de voogd best aanwezig en betrokken bij de inschrijving in de nieuwe school, bijv. wanneer een jongere moet verhuizen naar een ander centrum (gebeurt geregeld en de voogd heeft hier dikwijls geen inspraak in) moet er meestal ook een nieuwe school gezocht worden. Omdat dit federale materie is, kan het zijn dat de jongere naar een centrum (en dus school!) moet in Franstalig of zelfs Duitstalig België.  
  • Opvolging en contactpersoon: de voogd maakt zich kenbaar in de school (contactgegevens) en volgt de schoolloopbaan van de jongere op (o.a. smartschoolaccount): activiteiten, dagelijks werk, taken, schooluren, vervoer van en naar school, enz. 
    Indien nodig heeft de voogd ook contacten met het CLB, leerlingbegeleiding of andere onderwijspartners bijv. Arktos.
  • Oudercontact: de voogd probeert in de mate van het mogelijke aanwezig te zijn tijdens oudercontacten om de vorderingen en eventuele problemen te bespreken. De voogd laat de jongere ook weten dat hij het onderwijs opvolgt.
  • Aanspreekpunt bij problemen en ingrijpen indien nodig: de voogd is een aanspreekpunt, bijv. bij afwezigheden, moeilijk leerproces, incidenten, … Het is belangrijk dat de voogd preventief werkt en betrokken is bij de schoolloopbaan van de minderjarige. 
  • Samenwerking met begeleider opvangcentrum: de voogd contacteert de onderwijsverantwoordelijke en volgt samen het onderwijs op. Elk centrum heeft een eigen manier van werken en problemen kunnen eventueel samen besproken worden.
  • Vertrouwensrelatie: de voogd moet regelmatig contact onderhouden met de minderjarige. Hij praat met hem/haar om een vertrouwensrelatie op te bouwen en zo samen beslissingen te nemen. De voogd kan hiervoor beroep doen op een tolk want in de eigen taal kan de minderjarige zich vaak beter uiten. 

    Samenwerking is cruciaal!
Taken van de school versus voogd
Ook de school heeft opdrachten en taken ten aanzien van de voogd:
  • Beschikken over contactgegevens voogd + smartschoolaccount voor voogd maken
  • Inschrijving: warm onthaal
  • Voogd actief betrekken bij onderwijstraject
  • Oudercontacten: voogd uitnodigen en in gesprek gaan
  • Beslissingen klassenraad meedelen en bespreken bijv. studiekeuze
  • Uitnodigen voor ontmoetingsactiviteiten bijv. openklasdag

Bedenkingen/opmerkingen
  • Voor de voogd is het belangrijk om te weten bij wie hij/zij terechtkan bij problemen of vragen. Weet de voogd wie de OKAN-coördinator is? De vervolgschoolcoach? Contactpersoon bij CLB?  
    Na OKAN-onderwijs moet er samen gezocht worden naar een vervolg in het regulier onderwijs. Dit gebeurt best in overleg!
  • Door gesprekken kan de voogd realistische perspectieven bieden. Opletten met dromen van jongere bijv. ik wil dokter worden.
  • Zowel school als voogd moeten zich ervan bewust zijn dat het schools verleden van de jongere een belangrijke rol kan spelen. Sommige jongeren zijn nooit of amper naar school geweest (bijv. Afghanistan) en zijn niet gealfabetiseerd. Sommige jongeren zijn gealfabetiseerd in een ander alfabet/taal.
  • Advies klassenraad is niet bindend. Voogd zal mogelijk alert zijn voor ‘lagere verwachtingen’ van de school.
  • Veel kinderen en jongeren hebben nog contact met hun ouders of familie in hun thuisland. Ook zij hebben vaak hoge verwachtingen ten aanzien van de jongere. Een kind is erg loyaal tegenover zijn ouders, ook al wonen die ver weg in een ander land. 
    De voogd zal in de mate van het mogelijke ook ouders en/of familie in het buitenland op de hoogte houden van het onderwijstraject en studiekeuzes. 
  • Wat bij (vrijwillige) terugkeer? Jongeren die een negatieve beslissing kregen in hun asielprocedure mogen nog legaal in België blijven tot ze 18 jaar zijn. Mogelijk zijn ze niet meer gemotiveerd om nog naar school te gaan omdat ze weten dat ze toch niet in België kunnen blijven: waarom moet ik nog Nederlands leren? Hoe gaat de school om met deze periode?