Zoeken
Vandaag de dag leven we in een superdiverse samenleving, in een samenleving waar veel verschillende talen gesproken worden. Scholen zoeken naar hoe zij anderstalige leerlingen kunnen ondersteunen, hoe ze om kunnen gaan met meertaligheid en hoe zij alle ouders kunnen bereiken en betrekken. Wat kan en mag met betrekking tot taal?
België is ingedeeld in vier taalgebieden: het Nederlandse, Franse, Duitse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. In België geldt het principe van taalvrijheid. Dat betekent dat je in principe zelf mag kiezen welke taal je gebruikt, maar de wetgever mag in een beperkt aantal domeinen de taalvrijheid inperken. Eén van die domeinen is het onderwijs.
Wanneer je als ouder je kind wilt inschrijven, is de verblijfplaats belangrijk. Woon je in het Nederlandse taalgebied, dan schrijf je jouw kind in principe in in het Nederlandstalig onderwijs. Woon je in het Frans taalgebied, dan gaat je kind naar het Franstalig onderwijs, enz.
Leerlingen die in Brussel-Hoofdstad wonen, kunnen zich inschrijven in een Nederlandstalige of Franstalige school. Kinderen die niet in Brussel-Hoofdstad wonen, maar wel in Brussel-Hoofdstad naar school willen, moeten onderwijs volgen in de taal van het taalgebied van de verblijfplaats van de ouders. Wil een kind naar een Franstalige school in Brussel-Hoofdstad omdat Frans de moedertaal of de gebruikelijke taal is, maar wonen de ouders in het Nederlandse taalgebied? Dan moet het gezinshoofd een taalverklaring afleggen, die moet worden goedgekeurd door de Taalinspectie.
In de 12 Vlaamse faciliteitengemeenten is de onderwijstaal het Nederlands. Er bestaat echter ook Franstalig kleuter- en lager onderwijs in de Vlaamse faciliteitengemeenten. Dat onderwijs is enkel toegankelijk voor Franstalige leerlingen uit de betrokken Vlaamse faciliteitengemeente. Je moet aantonen dat de leerling Franstalig is en dat het gezinshoofd in de betrokken Vlaamse faciliteitengemeente woont om de leerling in te schrijven in een Franstalige basisschool in een Vlaamse faciliteitengemeente.
In tegenstelling tot het basisonderwijs, is het niet mogelijk om volledig Franstalig secundair onderwijs te organiseren in de faciliteitengemeenten.
Aangezien VCOV een Vlaamse organisatie is, focussen we hier verder op het Nederlandstalig onderwijs.
Als je kind ingeschreven is in het Nederlandstalig onderwijs, wil dat niet zeggen dat er nooit een andere taal wordt gesproken. Taalvakken mogen in een andere taal dan het Nederlands onderwezen worden (Duitse les in het Duits bijvoorbeeld).
In sommige secundaire scholen wordt CLIL aangeboden. CLIL staat voor Content and Language Integrated Learning. Leerlingen kunnen niet-taalvakken aangeleerd krijgen in een andere instructietaal dan het Nederlands en dat voor maximaal 20% van de onderwijstijd. De talen die gebruikt mogen worden zijn vastgelegd. Het gaat om het Frans, Engels en Duits. Niet elke school biedt CLIL aan. Indien CLIL wordt aangeboden, is er ook parallel een Nederlandstalig traject. Als ouder heb je dus steeds de keuze om je kind te laten deelnemen aan CLIL of niet. CLIL is niet hetzelfde als immersie-onderwijs. Bij immersie wordt een niet-taalvak gegeven in een andere taal. De focus ligt echter op de inhoud van het vak en niet op talige doelen, terwijl bij CLIL de focus óók ligt op talige doelen.
Europese scholen vormen een apart onderwijssysteem. Europese scholen zijn officiële publieke onderwijsinstellingen onder gemeenschappelijk toezicht van de lidstaten van de Europese Unie. Ze zijn in de eerste plaats bestemd voor kinderen van personeel van Europese instellingen. Hun missie is meertalig en multicultureel onderwijs aanbieden in het basisonderwijs en in het algemeen secundair onderwijs.
Als je je kind inschrijft in een school, moet je akkoord gaan met het schoolreglement. Het schoolreglement is een verplicht document voor scholen waarin de rechten en de plichten staan tussen ouders en leerlingen enerzijds en het schoolbestuur anderzijds. Een onderdeel van het schoolreglement is de engagementsverklaring. Die verklaring heeft als doel de ouderbetrokkenheid bij de school te verhogen. In de engagementsverklaring zijn de afspraken wederzijds. De school moet aangeven wat ze zelf aanbiedt aan ouders en leerlingen. In de engagementsverklaring staat ook beschreven waartoe ouders zich moeten engageren.
Eén van de thema’s in de engagementsverklaring is ‘een positief engagement ten aanzien van de onderwijstaal’. Dit betekent dat ouders hun kinderen aanmoedigen om Nederlands te leren. De school kan informeren over initiatieven waar leerlingen in hun vrije tijd met de Nederlandse taal in contact kunnen komen. Ouders moeten ook positief staan tegenover de inspanningen die de school doet om de taalachterstand Nederlands van de leerling in te halen.
De talige ontwikkeling van kinderen beperkt zich niet tot de taalles. De wereld buiten de klas (bijvoorbeeld de speelplaats) is een informele leeromgeving waar leerlingen authentieke communicatie kunnen ontdekken en inoefenen. Een combinatie van taal leren in de klas en buiten de klas levert de beste resultaten op. Een gerichte aanpak van de taalontwikkeling van leerlingen is belangrijk. Men kijkt daarvoor niet enkel op klas- of leerlingniveau, maar ook op schoolniveau.
In veel scholen lijkt het talenbeleid vooral te draaien om het verbeteren van de taalvaardigheid Nederlands van de leerlingen, door het vergroten van het aanbod Nederlands. Onderzoek wijst echter uit dat een positieve benadering van de thuistaal van de leerlingen leidt tot betere schoolprestaties van leerlingen. Het toelaten van thuistaalgebruik hoeft niet te leiden tot het uitsluiten van andere leerlingen of groepjesvorming, zoals veel schoolteams vaak vrezen.
Een schoolteam moet een systematisch en samenhangend onderwijs organiseren. Een talenbeleid (en ook een talig speelplaatsbeleid) is doelgericht, op maat van elke leerling en dus schoolspecifiek. Dat is de reden dat in sommige scholen andere talen dan het Nederlands worden toegelaten buiten de lessen en in andere scholen niet.
De school moet zich houden aan de bestuurstaalwetgeving. Volgens die wetgeving is een school een openbare dienst en daardoor mag de school enkel communiceren in het Nederlands. De Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VTC) staat toe dat je naast het Nederlands ook andere talen gebruikt, maar alleen als het absoluut noodzakelijk is in het algemene belang. Er zijn vier criteria waaraan je anderstalige communicatie moet voldoen:
- De school gebruikt andere talen niet systematisch. Alleen in uitzonderlijke gevallen, beperkt in omvang of als tijdelijke overgangsmaatregel.
- De school gebruikt de vreemde taal met een bijzonder doel. Bijvoorbeeld: integratie bevorderen, gezondheid en veiligheid garanderen, anderstaligen informeren over het bestaan van een dienstverlening …
- De school gebruikt de anderstalige boodschap naast het Nederlands. Ze bevat niet méér of andere informatie. Je vermeldt duidelijk dat het om een vertaling gaat.
- De anderstalige tekst is alleen bestemd voor het anderstalige doelpubliek. Specifiek voor anderstalige nieuwkomers is de duur van hun verblijf bepalend. Concreet oordeelt de VTC dat een vreemde taal gebruiken hier kan als zij zich in een eerste integratiefase bevinden en nog niet de kans hadden voldoende Nederlands te leren (kennen).
Als ouderraad kan je zeker in verschillende talen communiceren naar de ouders. Je hebt als decretale ouderraad immers een communicatie- en informatieplicht naar de achterban (= alle ouders van de school). Je hebt als ouderraad ook een inspanningsverplichting om maatschappelijk kwetsbare groepen te vertegenwoordigen.
In de praktijk wil dit zeggen dat je als ouderraad soms in andere talen dan het Nederlands naar ouders moet communiceren, dit kan zowel schriftelijk als mondeling zijn. Dit kan nodig zijn om de ouderbetrokkenheid van alle ouders te vergroten.
Als ouderkoepel raden we aan om het Nederlands als voertaal te gebruiken, en de andere talen als ondersteuning, voor ouders die het Nederlands (nog) niet machtig zijn. We raden ook aan om hierover afspraken te maken met het schoolteam en rekening te houden met het taalbeleid van de school. Ga in gesprek hierover met de directeur en streef naar een communicatiestijl waar zowel de ouderraad als de school zich in kan vinden.
Onderwijstaal in het basisonderwijs en het secundair onderwijs | Vlaanderen.be
Taalgebieden in België | Vlaanderen.be
Bestuurstaal in het basisonderwijs en het secundair onderwijs | Vlaanderen.be
Mag ik brieven vertalen? | Klasse
Omzendbrief SO 64 van 25/06/1999 | Vlaanderen.be
Communiceren met ouders in andere talen: download vertaalfiches | Klasse
Commissie voor Onderwijs donderdag 20 oktober 2022, 10 uur | Vlaams Parlement
De engagementsverklaring, onderdeel van het schoolreglement | Vlaanderen.be
Solliciteren voor een Europese school - voor | Vlaanderen.be
Taal op de speelplaats | Katholiekonderwijs.vlaanderen