Zoeken
Als ouderwerking is het belangrijk om soms even stil te staan bij wat je doet en gerealiseerd hebt. Of het nu gaat om een overlegmoment, het organiseren van een activiteit, het informeren van ouders, een uitwisselingsmoment met een andere ouderwerking, … reflecteren kan je werking verbeteren of versterken. Door stil te staan bij wat goed ging en wat minder goed ging, kan je je activiteiten of werking in de toekomst verbeteren. Soms kan je ook elders inspiratie halen.
In plaats van op te lijsten wat je goed vond en wat je minder goed vond, kan je ook gebruik maken van meer ludieke reflectiemethodieken en zo toekomstgericht ideeën uitwerken. Je kunt bijvoorbeeld reflecteren aan de hand van snoepjes.
- Reflectieblad (zie bijlage)
- Balpennen
- Snoepjes (Chocotoff, kikkertjes, smoelentrekkers en zoet-zure snoepjes)
Je kan deze methodiek gebruiken na een activiteit of uitwisselingsmoment. Je kan hem ook gebruiken op het einde van het schooljaar om het voorbije werkjaar van de ouderwerking te evalueren. Voorzie in beide gevallen een schaaltje met verschillende snoepjes en een reflectieblad per deelnemer (zie bijlage). De verschillende categorieën zijn:
- ChocoTOF: welk idee vond je leuk/interessant/inspirerend? Je wil graag met dit idee aan de slag.
- KikkerSPRONG: welke kansen zie je? Welke sprong wil jij wagen?
- Smoelentrekker: bij dit idee trek jij een vies gezicht. Wat wil jij het liefst vermijden?
- Zoet-zure snoepjes: je weet het niet goed, is het snoepje zuur of juist zoet? Bij welk idee ben je wat terughoudend? Welke valkuilen zie je?
Geef de deelnemers eerst een paar minuten de tijd om hun gedachten op te schrijven. Niet elk vakje of categorie moet per se worden ingevuld. Overloop daarna per categorie wat de deelnemers hebben opgeschreven. Laat hen ook het bijhorende snoepje nemen van het schaaltje.
- Uiteraard kan je de soort snoepjes aanpassen. Zo kan je bijvoorbeeld met Kerstmis een ‘ster’ uitreiken (voor een goed idee) of met Pasen een paasei op het schaaltje leggen voor de categorie ‘ik zit nog met een ei’ (valkuilen).
- Las op geregelde tijden een reflectiemomentje in. Doe het niet te vaak, maar wel regelmatig, bijvoorbeeld één keer per trimester.
- Geef iedereen voldoende tijd en ruimte om te reflecteren en hun reflectie te delen met de rest van de groep.
- Ga aan de slag met de ideeën, kansen en uitdagingen. Zo blijf je de activiteiten van jouw ouderwerking verfijnen.