Zoeken
In november organiseert de VCOV samen met de andere ouderkoepels traditiegewijs de Grote Voorleesdag voor ouders op school. Heel wat scholen nodigden ouders en grootouders uit om op school te komen voorlezen. In een aantal van deze scholen gebeurt het voorlezen in een vreemde taal.
Onderzoeksresultaten waren de drijfveer om het meertalig voorlezen te stimuleren. Verschillende onderzoeken benadrukken immers het belang van meertaligheid op school. We stellen graag de belangrijkste conclusies vanuit onderzoek voor.
De moedertaal is steeds de basis voor het aanleren van vreemde talen. Hoe beter de moedertaal of thuistaal, hoe beter een persoon nieuwe talen zal aanleren. Talen versterken elkaar, en een zwakke moedertaal is nadelig voor het leren van een andere taal.
Sprekers ontwikkelen en gebruiken talen die passen in de omgevingen waar ze terecht komen. Een leerling spreekt bijvoorbeeld Frans met zijn ouders, Nederlands op school en een dialect bij de grootouders. Meertaligheid gaat niet alleen over het spreken van verschillende talen of dialecten, maar ook over chattaal, lichaamstaal of gebarentaal. Dat betekent dat iedereen eigenlijk meertalig is.
Onderzoek toont aan dat leerlingen met niet-Nederlands als thuistaal meer meertalig én meer Nederlandstalig zijn dan wordt verondersteld. Moedertaalsprekers Nederlands zijn minder eentalig en meer meertalig dan gedacht.
Onderzoek ontkracht veel heersende vooroordelen over meertaligheid:
- Bij meertalige leerlingen met een achterstand op school, wijt men deze achterstand vaak aan het feit dat thuis geen of weinig Nederlands wordt gesproken. Onderzoek vindt echter geen rechtstreeks verband tussen een andere thuistaal dan Nederlands en schoolprestaties.
- Kwaliteit van talige interacties is belangrijker dan de kwantiteit ervan. Onderzoeksresultaten benadrukken het belang van kwaliteitsvolle interactie en talige input, eerder dan de hoeveelheid taal die wordt aangeboden.
- Het taalniveau in het Nederlands van leerlingen lijdt niet onder meertaligheid op school. Integendeel, de talen kunnen elkaar juist helpen.
Onderzoek toont een mismatch aan tussen de verwachtingen van meertalige ouders enerzijds, en de verwachtingen van leerkrachten en directies anderzijds. De ouders zouden verwachten dat de school hun kinderen Nederlands leert, terwijl de leerkrachten net verwachten dat er een groter aanbod Nederlands thuis zou zijn. De verwachtingen ten opzichte van elkaar in kaart brengen is al een eerste stap om ze vervolgens op elkaar af te stemmen.
Om de discussie tussen verdedigers van onderdompeling in taalbaden Nederlands en de voorstanders van meertalig onderwijs te doorbreken, stellen de onderzoekers ‘functioneel veeltalig leren’ voor. Bij functioneel veeltalig leren worden de talen die leerlingen beheersen op een positieve manier gebruikt om hun ontwikkeling te versterken. De meertalige realiteit wordt als een kans gezien en niet als een bedreiging. Een plaats en erkenning geven aan de meertalige achtergrond is een eerste stap in de goede richting.
De thuistaal erkennen kan al heel eenvoudig door bijv. in de inkomhal van de school een wereldkaart te hangen met aanduiding van de thuistalen, ‘welkom’ in verschillende talen op de schoolbrochure te zetten, meertalig voorlezen te organiseren…
- het MARS-onderzoek
- Een meertalige maatschappij weerspiegelen op school
- Meertaligheid op school, wat zeggen de onderwijsexperten?
- Een bundeling van veelgestelde vragen, achtergrondinformatie, materialen, vormingen, links en projecten rond het thema meertaligheid
- In ons dossier communicatie vind je een bundeling van eigen materiaal en extern materiaal rond meertaligheid
VCOV, februari 2021