Decreet Leersteun

Zoeken

Dit document is enkel zichtbaar voor leden van de VCOV.
Word nu lid
Decreet Leersteun: wat is nieuw en anders?

Vanaf 1 september 2023 gaan het decreet leersteun en het leersteunmodel van start. Er komt een nieuw model van ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Men wil kwaliteitsvol onderwijs garanderen voor álle leerlingen. Elke leerling moet zich optimaal kunnen ontwikkelen met een maximale leerwinst. Tegelijkertijd moet dit werkbaar blijven voor de leraar. 

De werkwijze van het huidige ondersteuningsmodel blijft tot het einde van het schooljaar 2022-2023 van kracht. Leerlingen die al recht hebben op ondersteuning, zullen die blijven krijgen. Ondersteuners blijven hun taak als ondersteuner opnemen.

Het decreet leersteun richt zich op 3 domeinen:

  1. maatregelen in het gewoon onderwijs: een sterke brede basiszorg en verhoogde zorg 
  2. steun aan scholen voor gewoon onderwijs via het leersteunmodel
  3. maatregelen voor het buitengewoon onderwijs: meer afstemming tussen gewoon en buitengewoon onderwijs
Versterkte leerlingenbegeleiding in het gewoon onderwijs

Leersteun moet bouwen op een stevig fundament van brede basiszorg en verhoogde zorg. Alle leraren moeten hiervoor over de nodige competenties beschikken, ook starters. Dat vraagt bijscholing – voor het gewoon onderwijs, maar ook voor de lerarenopleiding.

Onderwijspartners krijgen een prominentere rol

Om kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding te garanderen, kijkt men ook naar onderwijspartners. De pedagogische begeleidingsdiensten en CLB’s krijgen hierin een belangrijke rol. Het effect van hun hulp moet voelbaar zijn op de klasvloer. De onderwijsinspectie let extra op de kwaliteit van de leerlingenbegeleiding. Van scholen wordt verwacht dat ze op structurele basis in overleg gaan met hun begeleidende CLB en PBD om de noden op vlak van leerlingenbegeleiding te bepalen en samen aan te pakken. 

Kwaliteitsvolle leersteun voor wie dat nodig heeft

Leerlingen met gelijkaardige noden moeten evenwaardige ondersteuning krijgen. Om ervoor te zorgen dat leersteun op de juiste plek terechtkomt, wordt het verdelingsmechanisme van de middelen voor leersteun gewijzigd. Met de CLB-sector bekijkt men de (gemotiveerde) verslagen om ze vanuit een meer gelijkgerichte visie op te maken. Ze krijgen ook een andere naam. En om de kwaliteit van leersteun te monitoren, werkt de inspectie een referentiekader uit.

  • Het gemotiveerd verslag wordt het GC-verslag of verslag gemeenschappelijk curriculum. Dit is voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften die, mits extra steun, alle leerdoelen in het gewoon onderwijs kunnen bereiken.
  • Het huidige verslag dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs, wordt het IAC-verslag of individueel aangepast curriculum. Dit is voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften die aangepaste leerdoelen nastreven. Dit kan in het gewoon en/of in het buitengewoon onderwijs. 
  • Het OV4-verslag is een afzonderlijk verslag voor opleidingsvorm 4 in het buitengewoon onderwijs. Leerlingen met een OV4-verslag kunnen zowel in het gewoon als in het buitengewoon onderwijs ingeschreven worden maar zij volgen altijd het gemeenschappelijk curriculum. Om dit gemeenschappelijk curriculum te kunnen volgen zijn er doorgedreven redelijke aanpassingen en leersteun nodig.
Vast aanspreekpunt voor school en ouders: het leersteuncentrum

Wanneer de basiszorg en verhoogde zorg niet volstaan, krijgen scholen steun van het leersteuncentrum. Veertig nieuwe leersteuncentra (vroeger ‘ondersteuningsnetwerken’) zullen hiervoor zorgen (samen met 4 specifieke leersteuncentra). Scholen kiezen zelf met welk leersteuncentrum ze samenwerken. De keuze voor een leersteuncentrum kan netoverschrijdend zijn en is te bespreken op de schoolraad. Heel specifieke expertise voor visuele, auditieve en motorische beperkingen, en voor spraak- en taalontwikkelingsstoornissen, kan wel vanuit een andere leersteuncentrum komen.

Elk leersteuncentrum moet samenwerken met het buitengewoon onderwijs om kennis uit te wisselen.

Ouders kunnen voor informatie terecht bij de school van hun kind of bij het infopunt van het leersteuncentrum. Ouders worden ook betrokken bij het meer concreet maken van de leersteun. De leersteun en de leerondersteuner worden zichtbaar gemaakt voor de ouders.

Stabiele arbeidsvoorwaarden voor leerondersteuners

Ondersteuners die de stap zetten naar het nieuwe leersteunmodel, krijgen een eigen statuut: leerondersteuner. Ze behoren dan tot de nieuwe personeelscategorie van het leerondersteunend personeel waardoor een vaste benoeming mogelijk wordt. 

Scholen kunnen leerlingen met zware zorgnoden weigeren als aanpassingen niet redelijk zijn

Kan een leerling vanwege zware zorgen het gemeenschappelijk curriculum niet volgen? Wanneer school en ouders beiden akkoord gaan, kan de leerling een aangepast traject volgen in het gewoon onderwijs. Maar een school kan ook beslissen om een leerling niet op te nemen.
Die beslissing gebeurt altijd in overleg met ouders, eventueel met een niet-betrokken CLB als bemiddelaar, waarbij wordt afgewogen of de aanpassingen die nodig zijn redelijk zijn. Wanneer een school een leerling weigert, moet ze kunnen aantonen dat de aanpassingen disproportioneel zijn. Oordeelt een school meermaals dat aanpassingen disproportioneel zijn? Dan moet ze zich versterken in het organiseren van onderwijs voor leerlingen met een individueel aangepast curriculum.

Meer samenwerking tussen gewoon en buitengewoon onderwijs

Als het ook met leersteun niet lukt in het gewoon onderwijs, blijft het buitengewoon onderwijs een volwaardige optie. Het moet wel blijven afstemmen met het gewoon onderwijs, met het oog op een eventuele terugkeer. Leerlingen moeten in beide richtingen kunnen bewegen.
Daarom worden ook de individueel aangepaste curricula, die nu van toepassing zijn in het gewoon onderwijs, van toepassing in het buitengewoon onderwijs. Als beide onderwijsvormen dezelfde taal spreken, wordt een overstap in beide richtingen gemakkelijker. Leerlingen die een individueel aangepast curriculum volgen, zullen deeltijds in het gewoon en buitengewoon les kunnen volgen.

Cognitief sterk functionerende en leerlingen met een ernstig meervoudige beperking

Cognitief sterk functionerende leerlingen zijn leerlingen waarvoor leraren expliciet extra aandacht moeten hebben. Dat ook zij specifieke onderwijsbehoeften hebben, wordt soms vergeten. Daarom startte er een pilootproject.
Daarnaast bekijkt de Vlaamse regering of de huidige regelgeving voldoet om een volwaardig aanbod te realiseren voor leerlingen met een ernstig meervoudige beperking.

Feedback geven