Zoeken
In een beperkte tijdspanne (32u) hebben 1212 ouders met kinderen in het vrij onderwijs de bevraging volledig ingevuld:
- 66,3% van de ouders heeft kinderen in het gewoon basisonderwijs (N=842)
- 29,7% van de ouders heeft kinderen in het gewoon secundair onderwijs (N=377)
- 4,0% van de ouders heeft kinderen in het buitengewoon onderwijs (N=51)
Het recht op leren van elke leerling door middel van les in de klas, is voor de grote meerderheid van de leerlingen gegarandeerd: 94,7% van de ouders (N=1182) zegt dat zijn/haar kind sinds 1 september elke dag les volgde op school.
De meeste ouders geven aan dat hun kind zich blij voelde bij de opstart (79,6% of N=979). Waar ouders de antwoordmogelijkheid ‘anders’ aanduidden, ging het vaak om een combinatie van emoties zoals blij en bang/ongerust. Ouders gaven ook aan dat hun kind zenuwachtig of nerveus was. Doorgaans waren de beschreven gevoelens van leerlingen in het secundair onderwijs negatiever dan de beschreven gevoelens van leerlingen in het basisonderwijs.
Ook vele ouders voelden zich blij bij de opstart (69,3% of N=852). De ouders die de optie ‘anders’ aanduidden, hadden – net zoals de kinderen – gemengde gevoelens. Positieve gevoelens (blij, opgelucht) contrasteerden met negatieve gevoelens (bang, onzeker, ongerust).
De meeste ouders (78,8% of N=945) hebben de indruk dat de corona-maatregelen voldoende gevolgd worden op school.
Over het algemeen voelt 85,7% van de leerlingen zich volgens de ouders (N=1028) veilig op school. Ouders zelf maken zich wel zorgen over mogelijke besmettingen in de klas van hun kind (50,9% of N=570) en over de kleurcodes die kunnen veranderen waardoor de school (gedeeltelijk) moet sluiten (50,2% of N=562).
30,1% van de ouders (N=337) maakt zich zorgen over het dragen van een mondmasker door leerlingen. Specifiek voor het secundair onderwijs gaat het om bijna 2 op 3 ouders (64,5% of N=227).
36,9% (N=413) maakt zich zorgen over het afstand houden tussen leerlingen onderling.
Iets meer dan 1 op 4 ouders meent dat zijn/haar kind leerachterstand heeft opgelopen door de corona-maatregelen (27,6% of N=318). Iets meer dan de helft van de ouders (53,6% of N=617) meent van niet.
Ouders weten vaak niet of de school nagaat of hun kind vorig schooljaar leerachterstand heeft opgelopen (40,5% of N=466). 1 op 5 ouders (50,6% of N=237) zeggen dat de school dit wel degelijk onderzoekt.
Meer dan twee derde van de ouders (68,9% of N=836) melden dat hun kind voldoende ondersteuning krijgt van de school. Opvallend is dat 1 op 4 ouders (24,2% of N=294) het niet weet.
Meer dan 60% van de ouders (61,8% of N=711) geeft aan dat deelname aan een zomerschool niet nodig was voor zijn/haar kind. 30% van de ouders heeft hier geen informatie over gekregen van de school (29,6% of N=341). Ouders hoorden blijkbaar via andere kanalen over zomerscholen want slechts 2,4% (N=27) geeft aan niet te weten wat dit is.
Amper 2% van de ouders meldt dan ook dat zijn/haar kind deelnam aan een zomerschool. Dit gebeurde meer op eigen initiatief (1,5% of N=17) dan op aanraden van de school (0,5% of N=6).
60,5% van de ouders (N=696) zeggen ook in de toekomst geen gebruik te willen maken van gelijkaardige initiatieven. 24,2% (N=278) weet het niet en 15,4% (N=177) zegt van wel.
Bijna de helft van de ouders (48,7% of N=545) meent dat het ontbreken van activiteiten op school met ouders de ouderbetrokkenheid bemoeilijkt.
Het aantal ouders dat een infomoment op school volgde bij de start van het schooljaar, is klein: 16,5% (N=190). Scholen kozen meer voor een online infomoment: 28,5% (N=328) van de ouders nam hieraan deel. De meeste ouders (79,1% of N=909) ontvingen schriftelijk informatie vanuit de school.
De meeste ouders menen dat ze de leraar/leraren van hun kind voldoende kunnen bereiken (79,8% of N=913). Spreken met een leraar op school kan voor 44,1% (N=401) van de ouders; 38,8% (N=353) kan een leraar telefonisch spreken; 48,5% (N=441) kan een leraar online spreken.
Veel ouders geven aan niets te weten over de ouderwerking dit schooljaar (43,0% of N=487). Volgens 1 op 3 ouders (33,1% of N=375) loopt de ouderwerking dit schooljaar echter even goed als andere schooljaren.
De meerderheid van de ouders en de leerlingen in het buitengewoon onderwijs zijn heel blij dat de lessen weer gestart zijn op school. Ze willen geen afstandsonderwijs meer. Een minderheid van de ouders is tegelijkertijd ook bezorgd. Vooral ouders met een kind in het buitengewoon lager onderwijs maken zich zorgen over een mogelijke leerachterstand.
De meeste leerlingen in het buitengewoon onderwijs voelen zich over het algemeen veilig op school. Ouders geven aan dat ze de indruk hebben dat de veiligheidsmaatregelen op school goed worden opgevolgd.
Ongeveer 1/3 van de ouders met een kind in het buitengewoon onderwijs geeft aan dat hun kind zich dit jaar op een andere manier verplaatst naar school (bewuste keuze en/of externe factoren). Een groep ouders grijpt de kans om hun bezorgdheid over de lange rittijden van het leerlingenvervoer in het buitengewoon basisonderwijs en buitengewoon secundair onderwijs te melden.
De zomerscholen waren geen succes voor leerlingen in het buitengewoon onderwijs, er werd geen gebruik van gemaakt. Volgens de ouders kregen ze hierover geen info of waren ze niet op de hoogte van het bestaan van zomerscholen.
In het buitengewoon secundair onderwijs geven ouders aan dat het blijven dragen van een mondmasker op school voor hun kind moeilijk is.
434 ouders wilden nog iets kwijt over de start van het nieuwe schooljaar.
Heel
veel ouders hadden een positieve boodschap: ze meldden dat zowel zij
als hun kinderen blij zijn met de opstart en dat ze hopen dat de scholen
open kunnen blijven. Ze hopen dat er geen afstandsonderwijs meer nodig
zal zijn. Er werden ook heel veel complimenten gegeven aan scholen.
Ouders appreciëren duidelijk de vele inspanningen.
Over de
communicatie ouders – school zijn ouders niet tevreden. Vooral ouders
met kinderen die voor het eerst naar (een nieuwe) school gaan, missen
het persoonlijk en informeel contact met de leraar. Ouders hebben het
gevoel dat ze te weinig info krijgen door het wegvallen van de fysieke
infoavond of kijkdag en doordat ze hun kind (kleuter) aan de poort
moeten afzetten. Ouders voelen zich minder betrokken bij de school.
Sommige
ouders zeggen dat ze het jammer vinden dat er geen eenduidigheid is in
de regels op scholen. Ouders merken verschillen tussen scholen en
leraren onderling. De overvloed aan tegenstrijdige adviezen en warrige
aankondigingen zorgen voor onrust.
Een ruime meerderheid van de
ouders is bezorgd over de mondmaskerplicht in het secundair onderwijs.
Een zeer groot deel van de ouders vraagt om dit af te schaffen of aan te
passen. Veel ouders geven aan dat ze niet akkoord zijn met de huidige
geldende maatregelen en spreken zelfs over onnodig paniek zaaien.
Afstand houden in het secundair, met name tijdens de speeltijd, is
volgens een aantal ouders onmogelijk. Een aantal ouders hopen dat de
extra-murosactiviteiten en de buitenschoolse activiteiten weer snel
kunnen worden opgestart. Heel wat ouders zijn ongerust over de impact
van de maatregelen op het welbevinden en de gezondheid van hun kinderen.
Ook over de impact van de periodes van afwezigheid/quarantaine zijn
ouders ongerust.
Toch zijn er zeker ook ouders die zich zorgen
maken omdat ze menen dat de school en andere ouders de maatregelen niet
voldoende opvolgen.
Tot slot zijn er ouders die vinden dat de
coronacrisis een les kan zijn voor het onderwijs en dat het kan zorgen
voor verandering/hervorming.
Het document met alle cijfers en grafieken vind je hier.