Zoeken
De publicatie van de schoolkostenmonitor veroorzaakte ophef in onderwijsland. In de hele schoolkostenkwestie wordt óver de ouders gesproken en niet mét de ouders. Typisch? Bewust? Toevallig? Ondoordacht?
In 2012 deden de ouderkoepels een schooljaar lang onderzoek bij 203 ouders rond schoolkosten in een representatief staal van studierichtingen. De besluiten en aanbevelingen werden in 2014 nauwelijks door het beleid ernstig genomen wegens niet wetenschappelijk onderbouwd en wegens het rapportagekarakter van het onderzoek.
Ouders weten als geen ander onderwijskwaliteit te
appreciëren. Dat bleek uit onderzoek van de VCOV bij meer dan 6000 respondenten uit het secundair onderwijs. Dat daaraan een prijskaartje
hangt, is voor veel ouders evident.
Maar, als kwaliteit in
verschillende prijscategorieën wordt geboden, is er iets mis. Als de
prijs de haalbaarheid en bereikbaarheid van een kwalitatieve
studierichting bepaalt, is er eveneens iets mis.
Veel
scholen slagen in het uitbouwen van een schoolkostenvriendelijk beleid:
samen met leerlingen en hun ouders onderwerpen ze de schoolrekening aan
een onderzoek naar transparantie, verstaanbaarheid, haalbaarheid en
betaalbaarheid. Ouders begrijpen dat sommige scholen meer moeten
aanrekenen voor een uitstap wegens de afstand. Creatief zijn de geesten
die dan bijv. fietsdelen op school uitdenken. Of die werk maken van de
digitalisering in hun vakgroep en het aantal kopies daardoor reduceren.
Of die ingaan op het voorstel van de ouderraad om aan iets ‘anders en
kwalitatief even goed’ te denken wat betreft schooluitstappen.
Vervoer
is een belangrijke factor in het duurder worden van de schoolfactuur!
Voeg daaraan nog de extra’s toe die ouders in de loop van het schooljaar
naast de schoolrekening betalen: kookgeld, klasdagen, ad hoc geplande
uitstappen enz.
Aan het vervoer naar en van school kan veel gesleuteld worden in de richting van betaalbaar en veilig.
Wat
betreft de extra’s mag de factuur niet zonder meer doorgeschoven worden
naar de ouders of de ouderraad. Goede planning voorkomt de vele extra’s
en maakt dat goede prijzen bedongen kunnen worden. De opbrengst van
eetfestijnen hoeft dan niet te dienen voor datgene waar de school
tekortschiet of… de overheid tekortschiet. Integendeel, het geld kan dan
dienen om extra ‘samen school te maken’ in het belang van alle
leerlingen: de betere didactische uitrusting, de gepaste aankleding van
een zorglokaal…
De maximumfactuur, rekening
houdend met de gevolgde studierichting en mits aangepaste financiering
van de scholen door de overheid, is voor ons een stap in de goede
richting. De aangepaste studietoelage eveneens.
Maar op het einde
van de rit moet er betaald worden en kunnen worden. Ouders moeten daarom
ernstig genomen worden in hun beleving van ‘de schoolfactuur’.
(Verdoken) armoede, sociale uitsluiting, huisvesting, sociale druk,
prestige… maken het ouders én scholen niet gemakkelijk in de
portemonnee.
Het is hoog tijd dat er verder en
krachtdadig werk wordt gemaakt van een gericht schoolkostenbeleid.
Tegelijk moet over het muurtje worden gekeken om kinderarmoede en andere
vormen van sociale uitsluiting definitief te bannen. Met een lege maag,
in een kille thuis en in een polariserende samenleving kan er niet
gepresteerd worden.
Schoolbesturen moeten daarom blijven aankloppen
bij de overheid voor middelen om alle leerlingen toe te laten ‘kritisch
en creatief te leren participeren aan de samenleving van de toekomst’.
Politici moeten vanuit deze doelstelling onderwijs beoordelen,
organiseren en faciliteren.
Zoals de studietoelage voor leerlingen
studeren haalbaar maakt, zo zijn aangepaste werkingsmiddelen voor
scholen een middel om betaalbare kwaliteit te bieden, maar dit volstaat
niet alleen. Het begint bij een visie die duidelijk weer ter discussie
staat, hopelijk langer dan 26 mei.