Zoeken
In de zomer van 2021 verscheen het voorontwerp van de nieuwe inschrijvingsdecreten. Hierin worden de aanmeldings- en inschrijvingsprocedures in scholen geregeld vanaf schooljaar 2023-2024. De Vlaamse Onderwijsraad formuleerde hierover al een advies.
In het voorontwerp staat expliciet vermeld dat men kiest voor maximale vrijheid voor ouders om een school naar wens te kiezen voor hun kinderen. Voor scholen met een capaciteitsprobleem geldt dat zij verplicht zijn digitaal aan te melden en dat de keuze van de ouders als eerste criterium geldt. Zo verdwijnt het kamperen aan de schoolpoort. Bovendien moet een echte buurtschool het kloppend hart van de lokale gemeenschap zijn.
Er komt een nieuwe ombudsdienst inschrijvingen die de disfunctiecommissie vervangt. Er zullen een duidelijk takenpakket en een duidelijke procedure komen voor de behandeling van klachten en vragen. Men hoopt zo problemen dicht bij de scholen en ouders op te lossen.
2.1 Decreet voor buitengewoon onderwijs?
Op dit moment is er nog geen voorontwerp tot decreet voor het buitengewoon onderwijs. VCOV dringt er via officiële overlegorganen op aan om hier snel werk van te maken. Ook het buitengewoon onderwijs heeft nood aan duidelijke en transparante regels.
In het voorontwerp van de inschrijvingsdecreten staat expliciet vermeld dat een inschrijvingsdecreet geen oplossing biedt voor capaciteitsproblemen. VCOV is het hiermee eens: er is meer nodig dan enkel een inschrijvingsdecreet om capaciteitsproblemen in het gewoon én buitengewoon onderwijs op te lossen.
2.2 Documenten: digitaal of schriftelijk?
Op dit moment zijn er een aantal regels rond belangrijke documenten in scholen. Als er voor een kind geen plaats is in een school, dan moet de school schriftelijk en tegen afgiftebewijs een weigeringsdocument aan de ouders bezorgen. Ook de eerste ondertekening van het schoolreglement en het pedagogisch project dient schriftelijk te gebeuren. Vanaf schooljaar 2023-2024 mogen deze documenten echter zowel schriftelijk als digitaal bezorgd worden aan ouders. VCOV is van mening dat dit de (snelheid van de) communicatie kan bevorderen, maar vraagt aandacht voor het bereiken van álle ouders. Daarom is het belangrijk dat men garanties biedt dat de documenten alle ouders op toegankelijke wijze bereiken.
2.3 Sociale mix – dubbele contingentering – ondervertegenwoordigde groepen
Op dit moment geldt dat de schoolpopulatie een goede afspiegeling moet zijn van de buurt. Om een goede sociale mix binnen een school te bereiken, bestond het systeem van de dubbele contingentering. Dat betekent dat elke school een bepaald aantal plaatsen moet vrijhouden voor kwetsbare leerlingen. Kortweg gezegd komt het systeem hierop neer: als in een wijk rond een school 4 op de 10 kinderen kwetsbare kinderen zijn, dan moet die school die verhouding ook weerspiegelen. 4 op de 10 stoelen van de school moeten dus ook naar een kwetsbaar kind gaan. Of een leerling een kwetsbaar kind is, wordt bepaald door het opleidingsniveau van de moeder of het krijgen van een schooltoelage.
In het voorontwerp van de inschrijvingsdecreten is opgenomen dat het systeem van de dubbele contingentering wordt afgeschaft om ouders zo maximale vrijheid te geven bij de schoolkeuze. Wel wordt er een mogelijk alternatief voor de dubbele contingentering voorzien. Elke school mag namelijk maximum 20% van de plaatsen vrijhouden voor ‘ondervertegenwoordigde groepen’. Dat kan gaan over kwetsbare kinderen, maar ook over het gelijktrekken van de verhouding tussen jongens en meisjes. Of als een school heel populair is, kan een gemeente opleggen dat een aantal plekken naar kinderen van iets verderop moeten gaan. Scholen doen hiervoor een voorstel en leggen dat voor aan de steden en gemeenten. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de steden en gemeenten: zij beslissen over de voorrang voor ondervertegenwoordigde groepen.
VCOV nam een kleinschalige bevraging af bij ouders om te peilen hoe zij staan tegenover de afschaffing van de dubbele contingentering en de invoering van het systeem van de ondervertegenwoordigde groepen. De meningen waren uiteenlopend:
Uit de opmerkingen bij deze vraag blijkt dat de meeste ouders sociale mix wel heel belangrijk vinden, maar dat de dubbele contingentering daartoe slechts een aanzet geeft. Op sommige plaatsen lijkt het goed te werken, op andere plaatsen niet. De context van scholen en gemeenten verschilt zo sterk dat ‘maatwerk’ nodig is. Daarnaast vinden ouders het heel erg belangrijk dat er vrije keuze is: ouders kiezen bewust voor een bepaalde school en dat is niet per se de dichtstbijzijnde school. Enkele opmerkingen van ouders:
"Ik denk dat een sociale mix belangrijk is in de ontwikkeling van het kind. Als kinderen niet in contact komen met leeftijdsgenoten die het minder makkelijk hebben, dan gaan ze daar ook geen begrip voor hebben of niet begrijpen. De kans dat deze jongeren dan opgroeien in een meer gepolariseerde wereld is veel groter."
"Als ouder kies ik graag zelf de school voor mijn kind. Dit hangt af van mijn plaats van het werk, de mogelijkheid om het openbaar vervoer te gebruiken, de schooluren, de reputatie van de school en het feit of de school een katholieke school is of een gemeenteschool. Mijn kind gaat niet naar de dichtsbijzijnde school van thuis uit gezien omdat dit in praktijk niet haalbaar is."
De meningen van ouders zijn ook uiteenlopend over de nieuwe mogelijkheid om voorrang te voorzien voor ondervertegenwoordigde groepen. Over het algemeen is men tevreden dat per regio (/lokaal overlegplatform) ‘maatwerk’ mogelijk wordt. Anderzijds zijn er wel bedenkingen bij het percentage: sommige ouders vinden 20% te laag, anderen te hoog, nog anderen vinden dat het gegeven van maximaal 20% te vrijblijvend is geformuleerd. De ene ouder heeft er vertrouwen in dat steden en gemeenten een goed zicht hebben op de situatie om hierover te oordelen, de andere ouder heeft dat vertrouwen in de steden en gemeenten niet. Bij ouders leeft bovendien de zorg dat de regels niet eenduidig en duidelijk zullen zijn voor ouders als zij per gemeente kunnen verschillen.
"Sociale mix is ook heel belangrijk voor de toekomst van de kinderen ongeacht of ze kansarm zijn of niet. Want we leven in een diverse samenleving waar alle soorten mensen (etniciteit, ras, kansarm, kansrijk..) zijn. Als de leerlingen de weerspiegeling van deze samenleving niet ervaren op school zullen ze de andere niet kunnen accepteren en weten ze niet hoe ze moeten omgaan met verschillen."
"Het is beter dan niets, maar veel slechter dan het huidige verhaal. Het huidige verhaal voorziet dit overal. Het nieuwe verhaal heeft heel wat risico's: - 20% is op sommige plaatsen erg ontoereikend."
2.4 Stem van niet-onderwijspartners in het LOP
In Vlaanderen zijn er zo’n 70 lokale overlegplatforms (LOP’s) waar lokale partners (= niet-onderwijspartners) de onderwijspartners helpen de gelijke onderwijskansen van jongeren in een regio te realiseren. In de voorontwerpen van decreet is opgenomen dat het aantal niet-onderwijspartners niet meer mag zijn dan het aantal onderwijspartners. Bovendien hebben de niet-onderwijspartners geen stemrecht in het bepalen van de aanmeldingsprocedures.
De werking van VCOV is erop gericht de stem van alle ouders te vertegenwoordigen. We moedigen ouders aan om hun stem te laten horen via de bestaande kanalen: de ouderraad, de schoolraad, het lokaal overlegplatform, .. Samen school maken is belangrijk en zorgt voor een gedragen visie en beleid. VCOV pleit er dan ook voor om ouders maximaal als partner van het onderwijs te zien.
VCOV - oktober, 2021