Zoeken
Onze ouders deden het, wij deden het, onze kinderen doen het nog steeds: huiswerk maken. Gelukkig is er ondertussen wel een en ander veranderd. Scholen hebben een heus huiswerkbeleid waarin ze afspraken vastleggen en voor iedere leraar (en ouder) duidelijk maken hoe de school over huiswerk denkt.
Als ouderkoepel heeft de VCOV ook een mening over huiswerk. Ze is gebaseerd op vele gesprekken met ouders tijdens de vorming ‘Moet ik er naast zitten?’. Deze titel brengt ons meteen bij de eerste van vijf aanbevelingen.
Ouders willen hun
kinderen zo goed mogelijk helpen bij het huiswerk maken. Soms te goed:
de kinderen leveren een net en foutloos werk af, maar is dit wat de
leraar verwacht? Zegt dit dat de leerling de leerstof begrepen heeft?
Wij pleiten voor duidelijke afspraken tussen ouders en school. Deze
afspraken kunnen gaan over de tijd die het huiswerk in beslag zou mogen
nemen, de verwachtingen naar nakijken en/of verbeteren, de ondersteuning
bij bijv. boekbesprekingen…
In een goed huiswerkbeleid is het
belangrijk dat men zich afvraagt welke weerslag dit heeft op de leerling
en zijn gezin: wat betreft tijdsinvestering, verplaatsingen, het
financiële aspect…
Niets
zo ontmoedigend als elke avond huiswerk maken waar je niet goed in
bent. Herhalen is belangrijk, maar een gevarieerd huiswerk zorgt dat
elke leerling succes kan ervaren. Zo wordt huiswerk maken geen
dagelijkse strijd voor zij die het op bepaalde vlakken wat moeilijker
hebben.
Voor het secundair onderwijs vinden we het belangrijk dat de
verschillende vakleerkrachten afspraken maken zodat de taken over de
week gespreid worden. Een vaste huiswerkdag voor Frans, wiskunde… Een
weekoverzicht dat vooraan in de klas blijft liggen… Het gebruik van de
agendamogelijkheden van het elektronisch leerplatform... Heel wat scholen
zorgen zo voor een goede verdeling van de taakbelasting.
De
omstandigheden waarin het huiswerk gemaakt wordt zijn niet in alle
gezinnen even optimaal. Soms ontbreekt de ruimte, de nodige rust, een
bemoedigend schouderklopje, ICT-apparatuur. We vragen leraren hier alert
voor te zijn. We vragen ook waakzaamheid als er dingen meegebracht
moeten worden: hebben alle leerlingen een vakantiesouvenir,
keukenschort, abonnement op een krant… ? En is het haalbaar om deze
dingen de volgende dag al in de boekentas te hebben?
We durven hier
ook een lans breken voor gedifferentieerd huiswerk. Wat haalbaar is voor
de ene leerling, is dat niet voor de andere. Beiden moeten uitgedaagd
worden zich in te spannen.
Iets
wat in de les niet begrepen werd, kan de leerling ook thuis niet verder
afmaken. Ouders leggen met de beste bedoelingen de leerstof uit, maar
dit kan helaas voor nog meer verwarring zorgen. De VCOV pleit ervoor het
huiswerk als volwaardig lesonderdeel te integreren. Zo wordt huiswerk
maken een zinvolle bezigheid. Creatieve opdrachten motiveren de
leerlingen en kaderen de leerstof op een andere en meer beklijvende
manier.
Tot slot vragen we
leraren ook aandacht voor goede feedback. Het is niet voldoende dat
leerlingen huiswerk maken, ze moeten ook zicht hebben op hun fouten om
hieruit te leren. Persoonlijke commentaar is hierbij belangrijk want
eenzelfde resultaat kan voor de ene leerling “goed gewerkt” zijn en voor
de andere leerling eerder beneden de verwachtingen.
Telt het
huiswerk voor punten? Denk dan terug aan de verwachtingen ten aanzien
van de ouders. Ook de verschillende thuissituaties en
ondersteuningsmogelijkheden pleiten hier niet voor.
Nodig ouders uit om over hun feedback te geven/hun vragen te formuleren via de schoolagenda, een ruimte op het huiswerkpapier…
Er schuilen vele gevaren in het geven van huiswerk. Niet zelden is het thuis een bron van spanning en frustratie bij kinderen én hun ouders. Toch vinden ouders huiswerk belangrijk: het geeft zicht op waar hun kind in de klas mee bezig is en in welke mate dit verworven is. Ze zien het ook als een belangrijke gewoonte voor later. Een goede communicatie over het huiswerk is dus meer dan nodig.