Het beleid m.b.t. interne kwaliteitszorg (en de controle door de doorlichting / inspectie)

Zoeken

Dit document is enkel zichtbaar voor leden van de VCOV.
Word nu lid
Interne kwaliteitszorg

Het schoolbestuur is eindverantwoordelijke van de school. Ook op juridisch vlak. Het schoolbestuur heeft onder andere als opdracht toe te zien op de interne kwaliteitszorg.


Het schoolbestuur (of zijn gemandateerde) legt ieder ontwerp van beslissing voor overleg aan de schoolraad voor als dat betrekking heeft op: het beleid met betrekking tot interne kwaliteitszorg, met inbegrip van de bespreking van de resultaten van een schooldoorlichting (Decreet betreffende participatie op school, art. 21).


Wat wordt bedoeld met interne kwaliteitszorg?

Elke school streeft naar kwalitatief goed onderwijs. Kwaliteit heeft te maken met de juiste dingen goed doen. Elke school bepaalt voor zichzelf wat de juiste dingen zijn. De school houdt daarbij rekening met de regelgeving en met de schooleigen doelen. 

 
Elke school moet haar eigen kwaliteit systematisch en betrouwbaar evalueren via een cyclisch proces. Dit mag ze volgens een eigen systematiek aanpakken. Er moeten geen verplichte documenten worden aangemaakt. Bestaande en functionele documenten kunnen de dialoog met de onderwijsinspectie ondersteunen, maar zijn niet vereist. 
 
De onderwijsinspectie controleert of een school aan de voorwaarden voor interne kwaliteitszorg voldoet.


De onderwijsinspectie

De onderwijsinspectie is belast met de schooldoorlichtingen. 


De Vlaamse onderwijsinspectie bezoekt scholen om de onderwijskwaliteit te beoordelen en te stimuleren.  De onderwijsinspectie houdt toezicht op de onderwijsdoelen (minimumdoelen, de leerplannen, de financierings- en subsidiëringsvoorwaarden). 

 
De samenstelling van het inspectieteam hangt af van de grootte van de school. Er zijn altijd minstens twee onderwijsinspecteurs aanwezig.  Ze bekijken tijdens zo’n bezoek (ook wel doorlichting genoemd) of de onderwijskwaliteit die de school levert voldoet aan de verwachtingen. Ze doen dit onder andere aan de hand van het OK-kader. 


Het OK-kader

De onderwijsinspectie werkt met het OK referentiekader. OK staat voor onderwijskwaliteit. Het OK referentiekader bevat verwachtingen voor kwaliteitsvol onderwijs waar we het als maatschappij over eens zijn. Men spreekt van het OK referentiekader of van het ROK (referentiekader onderwijskwaliteit).  


Het doorlichtingsteam toetst alles wat het ziet, leest of hoort af aan het referentiekader voor onderwijskwaliteit (OK). Het OK stimuleert scholen om een eigen (kwaliteits-)beleid te ontwikkelen en een eigen weg uit te stippelen. Het beschrijft een aantal context- en inputkenmerken waarmee scholen best rekening houden bij het vormgeven van hun onderwijs. 


In onderstaande afbeelding wordt het OK-kader of ROK samengevat. De rol van ouders wordt in dit kader expliciet vermeld wanneer het gaat over betrokkenheid, samenwerking en welbevinden. 



De effectieve doorlichting

In principe moet elke school binnen een periode van 6 jaar ten minste 1 doorlichting krijgen. Om dit in de toekomst ook effectief te kunnen doen heeft de onderwijsinspectie haar werking veranderd. Meer info over deze nieuwe werking lees je onder 'Inspectie 2.0 en gedifferentieerd doorlichten'. 


Tijdens een doorlichting gaat de inspectie op de school zelf na of ze voldoet aan vooropgestelde kwaliteitscriteria, bv. respecteert de school de onderwijsreglementering, de minimale lessenroosters en leerplannen en streeft ze met de leerlingen de ontwikkelingsdoelen na en bereikt ze de minimumdoelen. 
 
Tijdens een doorlichting voert de onderwijsinspectie 4 onderzoeken uit: 


1.    het onderzoek van de kwaliteitsontwikkeling, 
2.    het onderzoek van één of meerdere kwaliteitsgebieden, 
3.    het onderzoek van de onderwijsleerpraktijk, 
4.    het onderzoek van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. 


Inspectie 2.0 en gedifferentieerd doorlichten

De onderwijsinspectie wil scholen frequenter doorlichten. Vroeger kregen scholen niet vaak de onderwijsinspectie over de vloer. Hierdoor kon de kwaliteit niet altijd even goed bewaakt worden en daar wil men nu dus verandering in brengen. Hoe vaak een school de onderwijsinspectie over de vloer zal krijgen, is van diverse factoren afhankelijk. Wanneer je hoort spreken over ‘inspectie 2.0’ hebben ze het over de inspectie die frequenter op bezoek zal gaan en haar aanpak ook meer zal afstemmen op de context. Zo zal de inspectie ‘gedifferentieerd doorlichten’.  


Gedifferentieerd doorlichten wil zeggen dat elke school een doorlichtingstraject krijgt op basis van het risicoprofiel van de school. Scholen die ingeschat worden als meer risicovol, krijgen prioritair de aandacht. Zij stappen in doorlichtingstrajecten met een grotere intensiteit en/of hogere frequentie. Dat wil zeggen dat ze nauwer opgevolgd worden.


Meer weten over gedifferentieerd doorlichten? Bekijk dan zeker dit door de onderwijsinspectie gemaakte filmpje.


Meldpunt onderwijsinspectie

De onderwijsinspectie heeft ook een meldpunt. Je kan hier als ouder niet zomaar terecht. Het is de bedoeling dat je bij een klacht of vraag eerst probeert om tot een oplossing of antwoord te komen via de school zelf.  


Wanneer je echter alle stappen ondernomen hebt en dit onvoldoende resultaat geeft, dan kan je een melding doen bij de onderwijsinspectie via meldpunt@onderwijsinspectie.be. Dit kan nooit anoniem gebeuren. Meer informatie over dit meldpunt vind je hier.


Meldingen bij de onderwijsinspectie worden (afhankelijk van de ernst en soort melding) bij een volgende doorlichting mogelijks mee onderzocht. Het is dus niet omdat je een melding bij de onderwijsinspectie doet dat deze er (onmiddellijk) mee aan de slag gaat. 

Inspraak school bij de doorlichting

Thema's binnen interne kwaliteitszorg 


Bij een doorlichting door de onderwijsinspectie wordt de interne kwaliteitszorg doorgelicht aan de hand van twee domeinen/thema’s.  

 

Het onderzoek gebeurt aan de hand van:  


- een gesprek over de kwaliteitsontwikkeling;  

- proceswandelingen;  

- documentenstudie;  

- observaties;  

- eventuele tussentijdse gesprekken;  

- vaststellingen uit andere onderzoeken en uit gesprekken met leerlingen en ouders;  

- een reflectiegesprek 

 

Het doorlichtingsteam voert een gesprek met het beleidsteam en wil met dit gesprek zicht krijgen op hoe het beleidsteam het organisatiebeleid, het onderwijskundig beleid en de systematiek van kwaliteitszorg vormgeeft binnen de visie en de context van de school. Eén thema wordt opgelegd door de onderwijsinspectie, het andere wordt door de school zelf gekozen en moet relevant zijn voor de schoolwerking. De thema’s waaruit gekozen kan worden voor het onderzoek van de kwaliteitsontwikkeling, vind je hier.  


Doorlichtingsfocus 


In het basisonderwijs mag de school één leergebied kiezen (Lichamelijke opvoeding, muzische vorming, Nederlands, wetenschappen en techniek, mens en maatschappij, wiskundige initiatie of wiskunde en Frans) dat in de focus komt te staan.  Ze mag daarbij uit alle leergebieden kiezen. De onderwijsinspectie kiest een tweede leergebied. Ze doet dit op basis van verschillende elementen: de doorlichtingsgeschiedenis van de school, het schoolportret, centrale aansturing (bv. een bepaalde periode in elke school hetzelfde leergebied in de doorlichtingsfocus).  


In het secundair onderwijs wordt de doorlichtingsfocus bepaald door het onderwijsaanbod van de school en de samenstelling van het doorlichtingsteam. Op basis van de doorlichtingsgeschiedenis van de school en het schoolportret verfijnt het doorlichtingsteam de doorlichtingsfocus. Het aantal vakken of opleidingen in de doorlichtingsfocus hangt af van het onderwijsniveau, van de grootte van de school/het centrum/de academie en van de breedte van het aanbod. 


Meer info nodig over de doorlichtingsfocus? Je vindt deze info hier.   


Ontwikkelingsschalen kwaliteitsontwikkeling

De onderwijsinspectie maakt gebruik van ontwikkelingsschalen om de kwaliteit van een school te situeren.





Per ontwikkelingsschaal situeert de onderwijsinspectie de school op een bepaald ontwikkelingsniveau: 
 
•    beneden de verwachting (rood), 
•    benadert de verwachting (geel), 
•    volgens de verwachting (groen), 
•    overstijgt de verwachting (blauw).

Je vindt de feedback per ontwikkelingsschaal in het doorlichtingsverslag zowel visueel (zie afbeeldingen hierboven) als geschreven terug.


Resultaten van de doorlichting

De resultaten van de doorlichting met de sterke en zwakke punten worden gepubliceerd in een doorlichtingsverslag. De minister van Onderwijs beslist over de verdere erkenning van de school op basis van het advies in het doorlichtingsverslag. 
 
De inspectie kan een gunstig of ongunstig advies geven: 


Gunstig 

- gunstig advies zonder meer, 
- gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten.        
 

Ongunstig 

- ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt. Het schoolbestuur moet zich bij het werken aan de tekorten extern laten begeleiden, 
- ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. 


Iedereen kan de doorlichtingsverslagen raadplegen. Dit kan via deze website. Verslagen die niet op de website staan, kunnen aangevraagd worden. 

 
Op de website van de Onderwijsinspectie staan alle stappen rond de doorlichting beschreven, van ca. zes weken voor de doorlichting tot na de doorlichting. De school krijgt al enkele dagen na het einde van de doorlichting het doorlichtingsverslag. In dit doorlichtingsverslag komen de ontwikkelingsschalen en -niveaus terug. 
 
Binnen dertig dagen na ontvangst van het doorlichtingsverslag moet het verslag worden geagendeerd en integraal besproken op een personeelsvergadering en de schoolraad.

Wist-je-dat?
    • Ouders betrokken kunnen worden bij een doorlichting? Je kan er meer over lezen op de website van de onderwijsinspectie.
    • Je als ouders het doorlichtingsverslag van de school steeds kan raadplegen? Meer info vind je hier. 
    • Je tijdens een doorlichting gevraagd kan worden om jouw mening te geven? De overheid lanceerde hiervoor de VOI.CE app. Meer info vind je hier. 
    • De VOI.CE app ook door de onderwijsinspectie gebruikt wordt om af en toe ouderbevragingen te doen. De VOI.CE app downloaden is dus ook nuttig als je school (nog) niet werd doorgelicht. 
    • Ook de leersteuncentra sinds kort hun eigen referentiekader hebben? Je vindt het hier. 
    • Het Participatiedecreet stelt dat het schoolbestuur de resultaten van de doorlichting moet bespreken op de schoolraad?
    • Kwaliteitszorg klinkt in eerste instantie als een abstract begrip. De vragenlijst op de website van het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit maakt kwaliteitszorg concreet. Je vindt deze vragenlijst hier. De vragenlijst is bedoeld als smaakmaker, niet als instrument om een school te beoordelen.  
    • Goed onderwijs omvat veel meer dan alleen leerprestaties. Het gaat ook over welbevinden en betrokkenheid. 
    • Schoolse prestaties zijn afhankelijk van de context en de input. Bespreek niet alleen de resultaten van bv. peilingstoetsen, maar ook de leerwinst.  
    • Het is mogelijk delen van het doorlichtingsverslag gedetailleerd te bekijken, maar doe dit niet zonder het verslag volledig te bekijken. Stukken eruit lichten kan een vertekend beeld geven.  
    • Het doorlichtingsverslag wordt geagendeerd op de schoolraad om het grondig te bespreken, toe te lichten, te verduidelijken, erover te reflecteren, vragen te beantwoorden, … Dit gaat verder dan enkel ter informatie bezorgen. 
    • Hou rekening met het tijdsgebonden karakter van een doorlichtingsverslag: elke school is een lerende organisatie die continu bezig is met kwaliteitsverbetering. Op 6 jaar tijd legt een school een gans traject af. 
    • Om de stem van alle ouders mee te nemen in de interne kwaliteitszorg, kan een tevredenheidsenquête voor ouders georganiseerd worden. Doe dit steeds in overleg met de school. 

Bronnen en meer info