Nieuw decreet leerlingenbegeleiding

Zoeken

Dit document is enkel zichtbaar voor leden van de VCOV.
Word nu lid
Nieuw decreet leerlingenbegeleiding (VCOV, oktober 2018)

Leerlingen worden op school op verschillende manieren met zorg omringd: een pestsituatie wordt met de betrokkenen besproken, leerlingen die achterop hinken met wiskunde krijgen extra oefeningen, in de eerste graad zijn er sessies ‘leren studeren’, voor leerlingen met een beperking zijn er concrete aanpassingen… Al deze zaken vallen onder de noemer ‘leerlingenbegeleiding’.


Elke school is verplicht een beleid te hebben

Sinds 1 september 2018 moet elke basis- en elke secundaire school een uitgeschreven beleid hebben over haar leerlingenbegeleiding. Hierin legt de school uit op welke manier ze een brede basiszorg voor alle leerlingen voorziet en extra zorg voor leerlingen die dat nodig hebben. Brede basiszorg betekent dat de school de ontwikkeling van alle leerlingen stimuleert door:
•    een krachtige leeromgeving aan te bieden,
•    de leerlingen systematisch op te volgen,
•    actief te werken aan het verminderen van risicofactoren en
•    beschermende factoren te versterken.

Leerlingenbegeleiding situeert zich op 4 domeinen:
1.    de onderwijsloopbaan van de leerling: bijv. studie- en beroepskeuze…
2.    leren en studeren: bijv. leer-, lees-, schrijf- of rekenmoeilijkheden, ontwikkelingsproblemen, studiemotivatie, hoogbegaafdheid…
3.    psychisch en sociaal functioneren: bijv. emotionele problemen door faalangst, depressie, pesten, mishandeling…
4.    preventieve gezondheidszorg: bijv. groeistoornissen, overgewicht, druggebruik…

Voor basisscholen is dit niet helemaal nieuw. Zij hebben immers al een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid. Deze worden nu afgestemd met het beleid op leerlingenbegeleiding.

Nieuw is wel dat leerlingenbegeleiding een erkenningsvoorwaarde is. Deze erkenning is noodzakelijk voor scholen om diploma’s of getuigschriften te kunnen uitreiken en om subsidies te krijgen van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. De inspectie zal de kwaliteit van het beleid rond leerlingenbegeleiding controleren.

Concrete informatie over het beleid op leerlingenbegeleiding staat in het schoolreglement. Ouders worden betrokken bij het opstellen van dit beleid in de ouder- en schoolraad.


Elke school maakt afspraken met het CLB

Scholen moeten afspraken maken met het CLB over de samenwerking. Momenteel gebeurt dat in het vrij onderwijs via beleidscontracten tussen school en CLB. Vanaf 1 september 2020 maken school en CLB nieuwe afspraken. Ze bepalen samen hoelang de samenwerkingsafspraken geldig blijven, wanneer ze evalueren en hoe ze bijsturen.

De afspraken gaan over:
•    De rol- en taakverdeling van de school en het centrum: wie doet wat voor leerlingenbegeleiding en hoe?
•    De uitwisseling van relevante informatie tussen de school en het centrum: welke info wisselen ze uit, onder welke voorwaarden…?
•    De organisatie van informatiemomenten voor leerlingen over de structuur en organisatie van het Vlaams onderwijs, het volledige onderwijsaanbod en, specifiek voor secundaire scholen, de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt: afspreken van data, informeren van ouders en leerlingen…

Het participatiedecreet bepaalt expliciet dat er over de afspraken over de samenwerking tussen de school en het CLB, overlegd wordt in de ouder- en schoolraad.


Elke school heeft een interne leerlingenbegeleider

Elke school moet een contactpersoon voor leerlingenbegeleiding aanwijzen. In het basisonderwijs is een zorgcoördinator verplicht. In het secundair onderwijs is de leerlingenbegeleider een leraar of opvoeder. De school heeft de mogelijkheid deze vrij te stellen van zijn of haar lesopdracht. Belangrijk is wel dat het beleid leerlingenbegeleiding de verantwoordelijkheid is van het hele schoolteam.
Weten ouders wie deze interne leerlingenbegeleider is? Weten ze waarvoor ze bij hem/haar terecht kunnen en hoe ze hem/haar kunnen bereiken?

De rol van het CLB

Het CLB neemt deel aan het leerlingenoverleg op school. Als het CLB vindt dat verhoogde zorg nodig is voor bepaalde leerlingen adviseert ze de school. De school kan ook een probleem met een leerling signaleren aan het CLB zodat ze dit samen kunnen opnemen tijdens een overleg. Deze vorm van begeleiding valt onder de noemer ‘verhoogde zorg’ en komt er op vraag van een leraar, zorgverantwoordelijke… of op voorstel van het CLB bij (terugkerende) problemen met individuele leerlingen en/of groepen van leerlingen. De CLB-medewerker gaat in dit geval leraren ondersteunen in de begeleiding van zo’n (groep) leerling(en). Pas in de fase ‘uitbreiding van zorg’ neemt het CLB de regie over.

Leerlingen en ouders kunnen ook rechtstreeks bij het CLB aankloppen voor informatie, hulp en begeleiding.

Het CLB heeft een signaalfunctie. Merkt een CLB op dat verschillende leerlingen van dezelfde school naar het CLB stappen met hetzelfde probleem, bijv. pestgedrag, dan signaleert het centrum dat aan de school. Die kan op haar beurt een beroep doen op de PBD (zie verder) om haar beleid rond leerlingenbegeleiding bij te sturen. Zo kan er bijv. beslist worden om in de ‘brede basiszorg’ meer aandacht te besteden aan pesten.

Vanaf 2023 werken CLB’s verplicht samen in ‘regionale en netoverstijgende regionale ondersteuningcellen’ rond bijv. radicalisering, spijbelen, vroegtijdig schoolverlaten, organisatie van systematische contacten en infomomenten, bereikbaarheid… Zo moet de CLB medewerker meer tijd krijgen om zich tot leerling, ouders en school te richten.


Van 7 naar 5 keer op 'medisch onderzoek'

Het decreet leerlingenbegeleiding voorziet dat het CLB elke leerling op vaste momenten dezelfde zorg en hulp kan aanbieden. Vanaf het schooljaar 2019-2020 gebeurt dit 5 keer in plaats van 7 keer gedurende de schoolloopbaan, nl. op de leeftijd van:      
1.    3 jaar of in de eerste kleuterklas;
2.    6 jaar of in het eerste leerjaar;
3.    9 jaar of in het vierde leerjaar;
4.    11 jaar of in het zesde leerjaar;
5.    14 jaar of in het derde jaar secundair onderwijs.
Men spreekt niet meer van ‘medisch onderzoek’ maar van ‘systematisch contact’. Dit is ruimer: naast het wegen en meten, het onderzoeken van het gehoor en zicht… gaat er afhankelijk van de leeftijd van de leerling ook aandacht naar de gezinssituatie, leefgewoonten en welbevinden. De CLB-medewerker bevraagt leerlingen en ouders en kan hierover in gesprek gaan.

Nieuw is dat bij de consulten de aanwezigheid van de ouders gevraagd wordt. Een CLB moet zich zo organiseren dat de ouders aanwezig kunnen zijn bij het systematisch contact van de 3-jarigen of kinderen in de eerste kleuterklas. Voor de 6-, 9- en 11-jarigen moet een CLB zich zo goed mogelijk proberen te organiseren zodat ouders aanwezig kunnen zijn. Bij de 14-jarigen wordt deelname door de ouders aan het contact niet gestimuleerd. Op deze leeftijd zijn leerlingen eerder geneigd om niet al hun leefgewoontes te delen met hun ouders.

Bij het systematisch contactmoment, kijkt het CLB na welke inentingen nodig zijn volgens het vaccinatieschema van de Vlaamse Overheid. Het CLB heeft toestemming nodig om de inentingen te mogen geven.

De vaccinacties gebeuren op 4 momenten:
1.    6 jaar of in het eerste leerjaar
2.    10 jaar of in het vijfde leerjaar
3.    12 jaar of in het eerste jaar SO (enkel meisjes)
4.    14 jaar of in het derde jaar SO


Openingsuren CLB

Het CLB bepaalt zelf op welke momenten het bereikbaar zal zijn voor de leerling en de ouders en heeft daarbij ook aandacht voor contactmogelijkheden voor en na de schooluren. De centra moeten ook tijdens de schoolvakanties voldoende open zijn.

De pedagogische begeleidingsdienst (PBD) ondersteunt de school

De PBD ondersteunt de school bij het uitwerken van haar beleid rond leerlingenbegeleiding. Ook wanneer het CLB problemen signaleert, kunnen scholen een beroep doen op de PBD om eventueel een project op te starten. De PBD vertrekt vanuit de noden die de school en het CLB vaststellen in de dagelijkse praktijk.
De PBD kan voor bepaalde thema’s zelf vormingen aanbieden of een aanbod op maat voorzien voor scholen of de centra die dit vragen.

Eén van de hoofddoelstellingen van het nieuwe decreet is het zuiver stellen van de rollen van de verschillende actoren. Daarom stelt het decreet dat de taak van ‘schoolondersteuning’ niet langer wordt uitgevoerd door het CLB, maar door de PBD.


Wat verandert er concreet?

Wat er concreet verandert in jouw school, is afhankelijk van de manier waarop de school vóór het decreet werkte. In scholen waar er al een sterk uitgebouwd beleid op leerlingenbegeleiding was, zullen de gevolgen van het nieuwe decreet minder groot zijn.