Zoeken
Wil je te weten komen wat ouders denken over bepaalde aspecten van het lokale schoolbeleid? Of wil de ouder- of schoolraad nagaan of er een draagvlak is voor initiatieven of voorgestelde wijzigingen?
Dan zijn de oudertafels een flexibele, creatieve en informele methode die je hiervoor kan gebruiken.
Ouders praten met elkaar aan de hand van enkele vragen, in opeenvolgende ronden aan tafeltjes met een vaste tafelbegeleider. Vier tot zes deelnemers per tafel is ideaal. Vanaf zes gaat de kwaliteit van een persoonlijke face-to-face al wat verloren.
De tafelbegeleider blijft zitten wanneer de deelnemers doorschuiven. Hij geeft vervolgens een samenvatting van het werk van de vorige groep en zet met de nieuwe tafelsamenstelling, indien mogelijk, een stap verder.
Zo vindt er op het einde van de tweede gespreksronde een kruisbestuiving van de inzichten en ideeën plaats tussen alle oudertafels.
Je kan hiermee relatief grote groepen ouders (min. 30, max. 100), bevragen op een ludieke en ontspannende manier. Alle ouders zijn welkom. Het is een zeer democratisch verlopend proces.
• Presentator
• Enkele helpers voor het onthaal en de bediening
• Gespreksleiders: één per tafel
• Geschikte ruimte met tafels en stoelen
• Benodigd materiaal: papier, flaps, viltstiften in verschillende kleuren, post-its…
• Voorbereiding: één of twee bijeenkomsten met een werkgroepje om het scenario en de vragen voor te bereiden
• Oudertafels - avond zelf: 1u klaarzetten zaal, 2u oudertafels, ½ u opruimen
• Verslaggeving: 2u om notities van de tafels en het plenum samen te vatten
• Nabespreking in de werkgroep of op de ouder- of schoolraad om besluiten te formuleren en beslissingen te nemen: 2u
• Zoek een presentator die de zaak in goede banen leidt. Voor de oudertafels heb je een losse sfeer en groepsenthousiasme nodig. Er moet niet te veel, er kan nogal veel. Als organisator moet je flexibel zijn en niet te strak aan het geplande ontwerp vasthouden. Overleg voortdurend om waar nodig bij te sturen: extra tijd geven of een ronde of een vraag overslaan.
• Vraag enkele vrijwilligers om het volk te ontvangen en af en toe de glazen vol te schenken. Per tafel heb je een tafelbegeleider nodig die het gesprek op gang trekt en er op toeziet dat men bij het thema blijft en dat de belangrijkste ideeën genoteerd worden.
• Je hebt een geschikte ruimte nodig. Er moet plaats zijn voor voldoende tafeltjes, een podium voor de presentator (als je veel mensen verwacht), enz. Bedenk dat je een caféruimte moet oproepen en dus voldoende gastvrijheid moet weten uit te stralen. Ronde tafels zullen zoals gewoonlijk het beste werken. Vierkant kan nog net maar lange tafels zijn geen goed idee.
Probeer een zekere gezelligheid en intimiteit in de ruimte te krijgen. Voor ’s avonds mag er best sprake zijn van sfeerverlichting in plaats van zaallichten. Wees creatief. Het hoeft allemaal niet veel te kosten.
• Zorg ervoor dat de vra(a)g(en), op een grote flap, op de tafel ligt. De deelnemers kunnen hun antwoorden hier aan toevoegen. Ze kunnen hun creativiteit de vrije loop laten: werken met een mindmap, collage van post-its of een tekening. Voorzie voldoende materiaal (papier, flaps, viltstiften in verschillende kleuren, post-its…)
• Voorzie minstens 2 uur.
• Ontvang de deelnemers hartelijk en geef ze iets te drinken.
• De presentator begint zijn ‘show’: hij of zij stelt zichzelf voor, licht de opzet toe, geeft eventueel noodzakelijke info over het thema, overloopt de werkwijze en de vooropgezette timing, wijst op de spelregels en het belang van nieuwsgierig, actief luisteren.
• Tijdens de eerste ronde buigen de tafeltjes zich over de vraag. Ze letten erop hun resultaten op één of andere manier op papier te zetten. Een gemiddelde ronde duurt een 20 à 30 minuten.
• Na de eerste ronde wordt doorgeschoven. De presentator bewaakt de tijd en moet erop toezien dat het doorschuiven ook werkelijk gebeurt.
• Zo worden er twee of meer rondjes afgelegd, al dan niet met een pauze tussendoor.
• Doorgaans wordt er afgerond met een slotronde of plenum, waarbij de resultaten van de tafeltjes gepresenteerd en samengelegd worden. De presentator probeert tot een samenvatting en gemeenschappelijk resultaat te komen. Zorg ervoor dat er ook iemand tijdens het plenum verslag neemt.
• De presentator licht een tip van de sluier met betrekking tot het verdere verloop: waar verschijnt het verslag, wat gebeurt er verder mee, waar en wanneer wordt beslist.
• De sfeer in een praatcafé is positief: ‘we willen uw mening horen en die is sowieso OK voor ons.’
• De concrete formulering van de vraag of vragen is van belang om interesse op te wekken.
Voorbeeld 1:
De schoolraad overweegt het voorstel om de sneeuwklassen af te schaffen en te vervangen door een goedkopere meerdaagse uitstap. De schoolraad wil weten wat de ouders hiervan vinden.
Mogelijke vragen voor de gespreksronden:
- wat zijn de voor- en nadelen van sneeuwklassen?
- Ken je leuke en goedkopere alternatieven voor de sneeuwklassen?
- Wat zijn de succesfactoren voor een meerdaagse schooluitstap?
Voorbeeld 2:
De ouderraad/ schoolraad wil een schooluniform invoeren.
Mogelijke vragen voor de gespreksronden:
- wat zijn de voordelen van een uniform?
- wat zijn de nadelen?
- wat is volgens u een ideaal schooluniform?