Focusgroep

Zoeken

Dit document is enkel zichtbaar voor leden van de VCOV.
Word nu lid
Wat?
Met een focusgroep breng je een groep ouders samen om hun opvattingen of behoeften rond een specifiek thema, in kaart te brengen.
Bijvoorbeeld:
De school wil samen met de ouderraad werken aan het oudervriendelijk maken van de oudercontacten. Als eerste stap organiseert de ouderraad een focusgroep met een aantal ouders om te weten te komen wat de ouders vinden van de oudercontacten: wat loopt goed? waar ervaren zij knelpunten?
Het is ook zinvol om te pijlen naar subgroepspecifieke opvattingen of behoeften in kaart te brengen. Je kan bijvoorbeeld een focusgroep organiseren met een tiental anderstalige ouders over de communicatie ouders – school.
Evaluaties kunnen eventueel ook via een focusgroep aangepakt worden.
Bij brainstorming of heel algemene thema’s komt de focusgroep minder in aanmerking. De methodiek is ook niet geschikt om naar een consensus en/of draagvlak toe te werken.
Voor wie?

Voor een beperkt aantal deelnemers: max. 10 deelnemers
In kleinere groepen zal te weinig discussie zijn en grotere groepen zullen hun cohesie verliezen. Er ontstaan subgroepjes of mensen gaan er het zwijgen toe doen, terwijl anderen de discussie rond zich monopoliseren.

Vooraf

De opnameapparatuur starten of zorg voor een goede verslaggever.  

Inleiding

Schetsen wie de precieze opdrachtgever is (bijvoorbeeld: de school, de schoolraad of de ouderraad) en welke de vraag is. Uitleggen dat de opdrachtgever van de mening van de deelnemers wil leren. Er zijn dus geen slechte antwoorden. Alle meningen zijn even belangrijk. Niets gaat ‘verloren’, vandaar de geluidsopname of een uitgebreide verslaggeving. 

Vermeld ook waarvoor de resultaten zullen dienen en hoe de deelnemers feedback kunnen krijgen. Stel de deelnemers gerust omtrent de rapportering (geanonimiseerd). 

De spelregels overlopen

Er wordt niet door elkaar gesproken, laat staan onderbroken. De deelnemers vragen bij voorkeur het woord, bijvoorbeeld door hun hand op te steken. De regel kan ook zijn dat ze dat niet hoeven te doen als niemand anders aan het woord is maar dan bestaat het gevaar dat dezelfde grote mond telkens in het gat springt en te veel aan het woord is. 

De eigenlijke vragen/topics

Soms kan het nuttig zijn (als het gesprek moeizaam op gang komt of stilvalt) om even de tijd geven om individueel een aantal elementen van antwoord op papier te laten zetten. 

Taak van gespreksleider
De gespreksleider noteert eventueel op een flipover in telegramstijl de naar voor gebrachte ideeën. Bij grotere groepen is dat beter een afzonderlijke verslaggever. 
De gespreksleider moet de discussie in de hand houden en vooruit doen gaan. Dat wil zeggen: 
  • Zorgen dat iedereen aan bod komt (zonder de zwijgzamere deelnemers te intimideren) 
  • Vermijden dat het gesprek (te ver) afdwaalt. Dat is altijd een evenwichtsoefening tussen te streng en te laks. 
De gespreksleider zoekt naar afwijkende meningen (Is iedereen het daar mee eens?) 
De gespreksleider expliciteert vaardigheden (Wat bedoelt u daar mee? Als u x zegt, waarom vindt u dat belangrijk?) 
De gespreksleider klaart tegenstrijdigheden uit. (U zegt nu wel x, maar daarnet heb ik y gehoord, als ik dat tenminste goed begrepen heb... Kunt u dat verduidelijken?) 
De gespreksleider bewaart de goede, informele, positieve, ontspannen groepssfeer. Ook dat is een evenwichtsoefening want een focusgroep blijft uiteraard liefst ook voldoende gefocust! 
 
Verslaggeving
  • Bijhouden van de flappen, opnames (backups), verslagen, foto’s ….. 
  • Maak voor het verslag (rapport) in elk geval een overzicht van wat de gespreksleider en/of de verslaggever genoteerd heeft en probeer aan de verschillende elementen een gewicht te geven (wat is vaak geciteerd, waar waren de meeste, de beste argumenten voor...). Citeer goed geformuleerde ideeën, aanbevelingen, opvattingen, enz. letterlijk in het rapport. 
  • Bij verschillende focusgroepen, met verschillende doelgroepen dringt zich uiteraard een analyse op van de onderlinge verschillen, gelijkenissen, tegenstellingen, nuances... 
Goede vragen - tips

Goede vragen:  

  • zijn bondig verwoord 
  • bevatten geen jargon dat veel extra toelichting vergt 
  • zijn open (niet te beantwoorden met ja of nee) 
  • zijn niet al te ruim 
  • zijn duidelijk (ze geven enige achtergrond en situeren ondubbelzinnig de context)